zaterdag 8 augustus 2015

Alles is betrekkelijk!




 
Ik druk op het knopje om het autoraam te openen en pak het kaartje dat mij toegang verschaft tot de parkeergarage uit de automaat. Drie keer per week carpool ik met een collega. We komen beiden uit Meppel en werken in Apeldoorn. De ene week rijd ik twee keer, de andere zij. Vandaag ben ik aan de beurt, de laatste dag van de week. We zijn mooi op tijd en op de begane grond is een plekje vrij. Oei, dezelfde plek als vorige week, toen ik pech had met de auto en deze uiteindelijk weggesleept moest worden. De schade viel mee: vier bougies, een nieuwe accu en hij rijdt weer als vanouds. Gisteren zei ik nog opgelucht dat mijn peugeootje ons weer keurig in Apeldoorn had afgeleverd. ‘Ik had ook niet anders verwacht hoor’ antwoordde mijn carpoolmaatje lachend en zo is het natuurlijk ook. Hoe groot is de kans statistisch gezien dat de auto ons weer in de steek zal laten. Bij het afsluiten van de auto heb ik even de neiging om een opmerking te maken als: Is het niet de Goden verzoeken om de auto weer op deze plaats te parkeren? Maar ik houd me in. Sowieso een rare opmerking uit de mond van een atheïst. Leuk vind ik dan wel weer dat erover meerdere Goden gesproken wordt. Dat sluit tenminste geen enkel geloof uit, maar dat terzijde. Na een plakkerig en warme dag op het werk zijn we blij dat we weer naar huis kunnen. Hoewel het pas donderdag is, begint voor ons beiden het weekend en dat stemt vrolijk. Het was het warm op het werk, in de auto meteen maar de airco aan en ik start de motor en zet hem in de achteruit om uit te rijden. ‘STORING IN HET EMISSIESYSTEEM’ meldt de display en het rode lampje op het dashboard is onverbiddelijk. ‘Nee!! Dezelfde melding als vorige week, dat geloof je toch niet?!’ Hoe hard ik gegild heb weet ik niet -sorry daarvoor carpoolmaatje- maar ik ben boos, verontwaardigd en voel me ongelofelijk bedonderd!
Gelukkig kan mijn collega snel ander vervoer regelen, daar hoef ik me geen zorgen om te maken. Gelaten bel ik wederom de Peugeot Assistance en weer krijg ik een vriendelijke Vlaamse mevrouw aan de lijn. Van de vorige week weet ik nog dat ik niet moet zeggen de motor van de auto na blijft loeien. Dat begrijpen Vlamingen niet. Natuurlijk niet, koeien loeien en auto’s…? ‘Ach nu begrijp ik het’ zei de Vlaamse dame vorige week ‘uw auto lawaait!’ Je weet wel van het werkwoord lawaaien, stom dat ik daar niet aan gedacht heb.
Het is begin augustus, vakantietijd! De Peugeot Assistance- actief in heel Europa- heeft het druk.’ U gaat teruggebeld worden mevrouw zegt de vriendelijke Vlaamse dame, maar het kan even duren. Houd uw telefoon bij de hand en houd er wel rekening mee dat bij storingen binnen één week de auto weg getakeld moet worden, dat is voorschrift namelijk’. zegt ze er zachtjes achteraan. Wejgtakelen…als je het op zijn Vlaams uitspreekt klinkt het best aardig. Vandaar waarschijnlijk dat de centrale in België geplaatst is.
Wegtakelen..., ik had niet anders verwacht!
Het is nog steeds warm en zonnig en ik besluit buiten naast de parkeergarage op het bankje onder een boom te wachten. Een uurtje later krijg ik telefoon, het bergingsbedrijf zal contact met mij opnemen. Met mijn telefoon binnen handbereik blijf ik braaf zitten wachten. Een halfuur later komt Hans – we noemen elkaar inmiddels bij de voornaam- met zijn gele sleepwagen aanrijden. Bellen vond hij kennelijk overbodig. Hij wist me te vinden, Same Place, Same Time! Hij leest de boardcomputer uit en constateert dezelfde foutcodes als vorige week. Hoofdschuddend kijkt hij mij aan. Boos merk ik op; ‘Ik voel me best....’ ‘belazerd’ vult hij aan. Hans rijdt de auto voor mij de parkeergarage uit. ‘Wat wil je, een leenauto voor één dag, moet ik je naar het station brengen? zeg het maar.’ In een seconde weeg ik de verschillende opties tegen elkaar af. Aan beiden kleven nadelen en ik besluit naar huis te bellen en me op te laten halen. Het is koopavond in Apeldoorn, dus ik vermaak me wel. Ik bedank Hans, die inmiddels mijn auto op de sleepauto getakeld heeft en wandel de stad in. Wanneer ik om negen uur thuis ben, plof ik doodmoe op de bank.

De volgende dag valt het tijdschrift ‘Schrijven’ op de deurmat. ‘Kneed je ellende tot een goed verhaal’ staat er op de cover. Ach, het wordt ook wel weer eens tijd voor een column op mijn blog bedenk ik en over dat gedoe met die auto kun je best een verhaaltje schrijven. Bovendien voel ik me nog steeds erg verontwaardigd over het aangedane leed. Prima omstandigheden om te schrijven dus. Ik klap mijn laptop open en schrijf het chagrijn van me af, zo werkt dat!


Halverwege mijn verhaal zie en hoor ik een ambulance met hoge snelheid -compleet met sirene en zwaailicht- de straat inrijden. Hij stopt vlakbij ons huis om een paar minuten later weg te rijden met een bewoner uit onze straat.


‘Kneed je ellende tot een goed verhaal’ krijgt ineens een andere betekenis. Ik selecteer de net geschreven tekst en sta het punt met een druk op de deleteknop het geheel te wissen totdat ik me realiseer dat dit juist het verhaal is.

Oké, auto’s moeten het gewoon doen en wanneer ze weigeren is dat verdomd vervelend, maar beter afgevoerd met een sleepauto dan in een ambulance!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten