woensdag 6 juni 2012

het drentsche heideschaap

Het is woensdag en dus ben ik vrij. Morgen een tentamen, een pittige verwacht ik. Maar ik ben goed voorbereid, er zitten heel wat studie-uurtjes in.

Vanmiddag gun ik mezelf een beetje quality-time. Ondanks dat het pijpenstelen regent, heb ik zin om uit te waaien op de heide. Even mijn hoofd leegmaken! Miro, onze Dobermann, is hier wel voor te porren.
Mijn rubber laarzen, geen luxe gezien het weer, gooi ik achterin de auto en bij de plaatselijke bakker koop ik een lekker broodje. De wandeling kan beginnen.

Het zien van de laarzen was voor Miro het signaal om in een luid gejoel uit te barsten. Hij stuitert bijna van enthousiasme. Laarzen betekenen namelijk rennen op de hei. De dolle Dober verkeert in de stellige overtuiging dat alle attributen die we voor zijn plezier meenemen en voor hem weggooien, in het diepste gedeelte van de vele plassen horen te liggen. Stokken laten we liggen, maar frisbees, ballen en ander duurbetaalde hondentoys plegen wij toch weer uit de plas te vissen. Ik vrees dat we daarmee het spelletje in stand houden, maar goed dat is dan maar zo. De rubber laarzen zijn een uitkomst en ach zeg nou zelf, het kind in ons vindt het ook gewoon leuk om in die plassen rond te stappen.

Als een ongeleid projectiel springt de hond in de auto. Maar goed dat we een hondenrek achterin hebben. Het mag duidelijk zijn dat Miro mijn initiatief wel kan waarderen. Het is een schat van een beest maar hij heeft zijn beweging nodig. In de buurt laten we hem aan de riem uit en dat is ruimschoots onvoldoende. Af en toe moet hij even kunnen rennen en de heide, een oefenterrein van defensie en tevens hondenlosloopgebied, leent zich daar uitstekend voor.
Wanneer we de Hunebedden voorbij zijn, is het er doorgaans rustig en kun je zo een paar uur rondlopen zonder iemand tegen te komen en dat is precies wat ik voor vandaag in gedachten had. De regen die op ons neerdaalt kan mij hiervan niet weerhouden. Met mijn paraplu en mijn laarzen kan ik het best volhouden.

Ik parkeer de auto en laat Miro, die inmiddels bijna staat te zingen van enthousiasme, los en we lopen de heide op. Ik pak mijn heerlijk belegde broodje en zet de pas erin. Hm, lekker! Een broodje Filet American.
Shit!! Verdorie dat ik daar nu niet op heb gelet; de schaapskudde loopt rechts van mij. Verdomme, anders let ik er altijd op maar vandaag heb ik er niet aangedacht. Snel roep ik Miro, maar helaas hij heeft ze al in het snotje. Ik kan roepen wat ik wil maar hij komt niet.

Feest!! denkt hij en hij zet de sokken er in. Ja hoor, hij heeft de kudde bereikt en springt er bijna bovenop.
"Miro hier!!!" roep ik streng, maar geen reactie.

Nog een keer "Miro", maar ik ben totaal niet interessant voor hem. Oh God, die schapen, ze springen alle kanten op, de hele kudde is uiteen. De schaapsherderin, waarvan later zou blijken dat zij een tijdelijke kracht was, ziet eruit zoals je kunt verwachten. Ze is gehuld in een paarse fluwelen jas met een puntmuts en een lange ketting met een fluitje wat op haar borst bungelt. Het fluitje is voor de honden die de kudde bijeen houden. Gek dat je in die omstandigheden nog zo'n oog voor detail kunt hebben. Kennelijk is ze behalve een geitenwollensokkentype ook voorzien van de moderne middelen want ze tovert uit haar lange paarse gewaad een mobieltje en belt in paniek haar opdrachtgever. "Gijs ik heb een hond in de kudde, wat moet ik doen?"
In navolging van de herderin pak ik ook mijn GSM en bel mijn man. Helaas! Hij is aan het werk en bevindt zich 100 km verderop. Behalve morele ondersteuning heb ik daar weinig aan. Ik concludeer dat de herderin en ik, tussen de schapen, twee eenzame zielen zijn op de grote stille heide.

De Bordercollies doen intussen hun best om het zaakje bij elkaar te houden, maar lijken het alleen maar erger te maken. Luid blaffend rennen ze in het rond. Ik blijf maar roepen, maar het klinkt steeds wanhopiger. De strengheid is allang uit mijn stem verdwenen. Shit, die rothond! Maar Miro heeft de tijd van zijn leven. Om hem heen vallen steeds meer schapen om en hij blijft maar wolhappen. De schaapsherderin begint, nu helemaal in paniek, tegen me te schelden. ´Roep die hond terug! U heeft die hond niet onder controle!´
Nee vertel mij wat, dat weet ik inmiddels ook. Ik zeg dat ook tegen haar waarop zij vervolgens weer tegen mij tekeer gaat.

Mens, schiet toch op, we maken later wel ruzie, laten we nu maar proberen om die beesten onder controle te krijgen´ schreeuw ik op mijn buurt weer naar haar toe.
´Ik bel de marechaussee´ zegt ze en voegt de daad bij haar woord.

God wat een vertoning: Miro achter die schapen aan, de twee Bordercollies luid blaffend achter hem en de schapen aan, dwars door de kudde. Ik daar weer achteraan. De herderin als een paarse vlek weer achter mij aan. De paraplu heb ik van me af gegooid, want ik kan je vertellen dat het zelfs zonder die overbodige ballast, lastig loopt dwars door die heideplaggen.
Her en der verspreid liggen ogenschijnlijk allemaal dode schapen. Miro doet zijn uiterste best om de laatste rondrennende schapen ook geveld te krijgen. De collies doen daarentegen hun best de boel bij elkaar te houden. Met zijn allen lopen we te blaten, te blaffen en te schreeuwen. Shit wat een toestand. Dit wordt helemaal niets, ik krijg die hond niet onder controle.

Opeens schiet me te binnen dat Miro heel sterk op de auto reageert. Hij is als de dood dat hij achtergelaten wordt en komt aanrennen zodra hij de motor hoort starten, ongeacht wat hij op dat moment aan het doen is. Ik besluit dat nu ook te proberen. Dus ik loop terug, probeer de schaapsherderin intussen uit te leggen dat ik niet de benen neem, maar dat dit een poging is om die hond terug te krijgen. Al hijgend kom ik bij de auto en net als ik in wil stappen komt de marechaussee aanrijden. Ik verwacht een arrogant "Wat gaan we doen mevrouwtje" en ben daar al helemaal op voorbereid als hij op me afkomt stappen.
Maar ik zie dat hij moeite moet doen om niet in een enorme lachbui uit te barsten. Wat ik hem zeker achteraf niet kwalijk kan nemen, maar op dat moment zag ik de humor nog even niet. Wel zie ik een paar ongelooflijk mooie ogen, Jezus wat een mooie vent is dat. Nog steeds hijgend en helemaal doorweekt vertel ik hem in kort wat er aan de hand is en wat ik van plan ben.

 Ik stap met mijn modderlaarzen in en start de auto en rijd het veld in. Hobbel de bobbel. Pff, middenin een plas. Gelukkig nog net niet vastgereden. De modder zit bijna tot aan de binnenspiegel, maar het plan werkt. Miro komt al kwispelend aangerend. Ik, de auto weer uit. Opnieuw midden in een plas die dieper is dan mijn laarzen hoog zijn, maar het maakt niet uit. Die hond als de sodemieter achterin. Shit, nu moet ik achteruit al hobbelend uit dat heideveld zien te komen. Maar het lukt, ik parkeer de auto met hond erin en ga met modder, maar vooral met lood in mijn laarzen op zoek naar de schaapsherderin die met de marechaussee staat te praten. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat de kudde gehalveerd is en ga kijken wat de schade is. De marechaussee vraagt mijn naam en adres, ik geef het hem en denk met oog voor detail 'Ach hoe beroerd kan het zijn wanneer zo'n mooie man naar je gegevens vraagt?' Maar goed, zo naïef ben ik nu ook weer niet. Behalve schapen op de hei, zie ik vooral veel beren op de weg, ik zie een enorme schadepost op me af komen. Ik heb toch wel zeker zo'n twintig schapen voor dood op de heide zien liggen. Mijn hemel als dat waar is, wat moet er dan met die hond gebeuren?
En dat is precies wat ze doen, die schapen. Ze houden zich dood uit zelfbescherming. Tja, dat moet je ook maar weten. Ik ben ook maar in de stad opgegroeid.

De schade viel achteraf nogal mee. Hoewel ik toch nog zeker een paar maanden in spanning heb gezeten, want de schaapsherderin die inmiddels ook weer bij haar positieven was, stelde mij aansprakelijk voor alle eventuele miskramen die het voorval tot gevolg zou hebben. De ooien waren net gedekt namelijk.
Kennelijk zijn er in het voorjaar allemaal gezonde lammetjes geboren, want ik heb nooit meer iets gehoord van de herderin. Van de marechaussee overigens ook niet.

Tegenwoordig laten we Miro alleen nog maar achter frisbees en ballen aan rennen, die wij dan weer uit de plas vissen.

Nou ja, tegen de tijd dat ik weer schapen wil zien, kan ik altijd nog donateur worden van stichting ´Het Drentsche Heideschaap´. Voorlopig heb ik mij buik even vol van schapen.
En dat laatste was nu precies wat Miro ook zo graag gewild.

 "Jammer Miro, jij moet in het vervolg maar tevreden zijn met een frisbee".


Mijn heerlijke broodje is waarschijnlijk kraaienvoer geworden, maar ik heb wel mijn hoofd leeg kunnen maken. Dat dan weer wel!