vrijdag 6 mei 2016

Trojaans Paard




Na een wilde rit van een dag of veertien op de rug van een Trojaans paard sta ik weer met beide voetjes op de grond. Op de eerste zomerdag van dit jaar bevind ik me met bonzend hoofd, een schuivend mensbeeld en een stuk minder naïef tot de enkels in de blubber. Wat is er gebeurd?
Getriggerd door de hoogte van het bedrag openen we de link in KPN factuur. Bijna vierhonderd euro! Normaal gesproken betalen we negentig. Dat is dus schrikken. ‘Nee he, het zal toch niet? roep ik uit en ik denk aan het telefoontje met het onbekende nummer uit het buitenland. Zelfs niet beantwoorde telefoongesprekken kunnen voor torenhoge facturen zorgen, hebben we gisteren gezien in Radar, het consumentenprogramma. Leve de voicemail! Onze ‘factuur’ blijkt een zipbestand. Foute boel denk ik, phishingmail! Maar het kwaad is al geschied. Niet wetend wat te doen zit ik  verstard achter mijn laptop en met open mond zie ik wat er op mijn scherm gebeurt. Het één na het andere document wordt voorzien van een ‘myaqulk-extensie.’ Eerst de word-bestanden, daarna excel, pdf-bestanden en foto’s zie ik als sneeuw voor de zon verdwijnen. Gelukkig heb ik mijn werk opgeslagen op een USB-stick. Ineens heb ik een helder moment. Aan de linkerkant steekt in mijn laptop de usb-stick. Snel trek ik hem eruit. Gelukkig is een oude laptop mij gunstig gezind en bereid voor deze speciale gelegenheid op te starten. Met mijn hart in de keel test ik het externe geheugen. Helaas, ook hier heeft de schadelijke software zijn verwoestende werk gedaan. Precies weet ik het niet, maar ik schat in dat ik zo’n anderhalf jaar bezig ben met mijn ‘boek.’ Langzaam dringt het tot mij door. Alles is weg! Boosheid, frustratie, ongeloof, verdriet, ik weet niet welk gevoel overheerst. Eigenlijk voel ik niets. Ik begrijp het niet, waarom? Waarom doet je zoiets? Wat heb je eraan? ‘Ze hebben niet eens de lol dat hun grap gelukt is’ zei een iemand tegen me nadat ze me een adres heeft gegeven van een bedrijf dat kan virussen kan verwijderen.
Gelukkig heeft een vriendin en mede schrijfster van onze schrijfgroep al het werk wat we elkaar toesturen opgeslagen. Mijn schrijfsels heb ik weer terug. Althans de ruwe versie, zonder de aanpassingen naar aanleiding van de feedback, maar het biedt perspectief. Ik durf weer te denken dat ik verder kan. Nu nog de monteur aan huis.
‘Oei, zegt Hans van de monteuraanhuis.nl ‘Phishingmail, dat zijn de lastigste om te herstellen’ als ik hem vraag of zij iets voor mij kunnen betekenen. Maar toch biedt hij mij 70% kans op herstel. Ik maak een afspraak voor de volgende dag.  Hij stuurt Steven.
Om 12.40 krijg ik een sms-je van Steven, hij kondigt aan dat hij over twintig minuten bij mij zal zijn. Precies op tijd, dat stemt hoopvol. Hij bevestigt de opmerking van Hans dat het weleens hardnekkig zou kunnen zijn. De schadelijke software verpakt in zogenaamde facturen van de KPN zijn berucht, maar hij vertelt er ook bij dat hij er goede ervaringen mee heeft. Mijn verwachtingen zijn hooggespannen. Wie weet lukt het hem en heb ik straks weer de beschikking over mijn ge-update pennenvruchten en al het andere materiaal wat ook verloren is gegaan. Ik houd mijn adem in als Steven de analyse doet. Intussen vertelt hij hoe het werkt in de wereld van internetcriminaliteit. Want dat is het, pure criminaliteit waar goud geld in omgaat. ‘Hoe dan? Kunnen ze bij mijn gegevens?’ vraag ik hem. Het antwoord is nee. Gegevens worden versleuteld en ergens op de computer wordt een document achtergelaten waar je kunt lezen hoe je je bestanden terug kunt kopen. ‘Maar dat doe je toch niet’ roep ik verontwaardigd. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat je in zee gaat met dergelijk tuig. Het is pure afpersing immers. Steven haalt mij uit mijn droom. ‘Wat denk je  van bedrijven? Vooral kleine bedrijfjes die hun back-upsysteem niet goed voor elkaar hebben. Die zijn in één klap kapot. Maar nog vaker zijn het de mensen die dingen op hun computer hebben staan die het daglicht niet kunnen verdragen. Die betalen uit angst gechanteerd te worden.’ Volgens Steven is er een markt voor waar je virussen kunt kopen. Vijftien duidend euro voor één virus is niets, maar er zijn er ook duurder. ‘En echt het kan uit’ verzekert hij me. Heel lucratief! Hij maakt zelfs de vergelijking met de drugshandel. Langzaam kruip ik in shock onder mijn steen vandaag. ‘Maar hoe gaat dat betalen dan? Dat moet toch te achterhalen zijn’ Hoewel met het bankgeheim…Steven kijkt me aan. ‘De bank? Betalen gaat niet per bank in dit geval.’ ‘Bitcoins?’ vraag ik. ‘Nee, dat is een ander verhaal’ en ik zie dat hij daar wel gecharmeerd van is. Nee het betalen aan internetcriminelen zoals deze gaat met geldkaarten die te koop zijn bij tankstations. Een soort kraskaarten. Je zet er geld op en je krijgt een code. De code geef je af aan de internetcrimineel. Geen haan die er naar kraait. Ik kruip weer terug onder mijn steen. Inmiddels heeft Steven de analyse afgerond. ‘Jammer,’ zegt hij ‘dit is een nieuw virus.’ Hij kan het virus verwijderen, maar het lukt hem niet om de bestanden terug te halen. Hij adviseert me af en toe eens te googlen op “wyaqulk” want vroeg of laat wordt dit virus ook weer gekraakt en dan kun je de bestanden misschien decoderen.
Op mijn vraag waarom mijn virusscanner niet heeft gewerkt, legt Steven uit dat het in feite geen virus is. Door te klikken op de link hebben we immers zelf toestemming gegeven de schadelijke software te installeren.  Het is een  Trojaans paard wat we binnen hebben gehaald. ‘De volgende keer maar opslaan in de cloud dus’ is mijn conclusie, maar ook die illusie weet Steven me te ontnemen. ‘Dat werkt alleen wanneer je de cloud opent met een wachtwoord en vervolgens stukken up-load. Als je met automatische  opslag in de cloud werkt, zal het Trojaans Paard de bestanden ook daar versleutelen. Sterker nog, wanneer je op wifi werkt, zal het toeslaan op alle bestanden die met hetzelfde systeem werken.’ De usb-stick biedt de meeste zekerheid is zijn advies, op voorwaarde dat je hem wel verwijdert. Zo langzamerhand begin ik de omvang van deze vorm van criminaliteit in te zien. ‘We kunnen nog even op zoek gaan naar het document wat ze achtergelaten hebben op je laptop, zodat je het terug kunt kopen.’ Mijn usb stick kan ik op laten sturen naar een laboratorium in Groningen. Die werken op no cure, no pay-basis. Na een analyse weten ze of ze de bestanden terug kunnen zetten. Als het kan, kost het je waarschijnlijk twee tot driehonderd euro. Het zijn slimme jongens die daar werken, zegt Steven. Het zijn ook slimme jongens die dit soort rotzooi verspreiden, is mijn reactie.
‘Ik neem mijn verlies wel’ zeg ik. Ik heb mijn buik er van vol. Geen rooie cent voor die gasten! Nadat Steven mijn laptop virusvrij heeft gemaakt, reken ik met hem af en sluit ik dit boek.
Voor wat betreft mijn eigen schrijfsels, gelukkig heb ik de ruwe versie waar ik mee verder kan. Ik geef toe dat ik bijna het bijltje erbij neer had gegooid, maar Monique, Jacques, Dion, Juliette en de andere personages uit Les Petites Dalles, een gehucht op de kliffen van Normandië roffelen tegen de wanden van mijn hersenpan. Ze zitten daar al meer dan een jaar opgesloten willen er langzamerhand uit!
Maar mijn mensbeeld dat uitging van de gedachte dat de mens in principe goed is tot het tegendeel anders bewijst, is voorlopig verschoven naar eerst maar eens bewijzen.