vrijdag 17 mei 2013

Gelukkig, het regent!


Vanavond eten we een uurtje eerder en zonder knoflook. Dat laatste is belangrijk.
In tegenstelling tot vorige jaren is het hondenweer. Het regent de hele week al en de kans dat het morgen droog is, lijkt mij uiterst klein. Langer uitstellen heeft geen zin. Vandaag moet het maar gebeuren.
De kledingkeuze is niet moeilijk, spijkerbroek, laarzen en een regenjas. Het meest belangrijke attribuut is de paraplu.

 ‘Hallo’ zeg ik met een brede lach op mijn gezicht waardoor de begroeting extra hartelijk klinkt ’Het Longfonds!’ en houd haar de collectebus voor.
‘Oh hoi, ben je er weer? Je treft het niet’ is de reactie van de buurvrouw waarbij ze met een afkeurende blik naar buiten kijkt.
‘Ach met een paraplu valt het mee. Bovendien verwacht ik nu meer mensen thuis’ antwoord ik optimistisch.
Uit een kennelijk speciaal voor collectes bestemd potje pakt ze haar bijdrage, twijfelt even en vist er nog een munt uit.
‘Hier, iets extra’s voor de slechte omstandigheden’ terwijl ze haar gift in de bus stopt.
Ik bedank haar, wens haar een fijne avond en loop door naar de buren.  
Ook hier eenzelfde reactie. Zo langzamerhand begin ik de voordelen van de regen in te zien en inderdaad wat ik gehoopt had blijkt bewaarheid te worden. De meesten mensen zijn thuis. Het feit dat ik onder etenstijd aanbel draagt daar natuurlijk aan bij. De gêne daarover schud ik van me af. Iets wat sowieso goed is tijdens het collecteren.
Huis na huis bel ik aan en let ik op bewegende schaduwen en geluiden vanuit de woning. Hoor of zie ik  niets, dan ga ik verder. Jammer, volgend jaar beter.

Ook nu sta ik te wachten nadat ik heb aangebeld, gespitst op signalen of er iemand thuis is. De hond is er wel, dat lijdt geen twijfel. Een enorm grommend beest staat achter de deur. Door een zijraam zie ik dat zijn baas hem in zijn nekvel grijpt en gelijkertijd de deur opent. De man zegt niets en kijkt me aan alsof ik het meest stupide mens op aarde ben. Intussen wijst hij met een boos gebaar naar één van de stickers op zijn deur waarop ‘geen collectanten’ staat.  
Ik verontschuldig me, wens hem toch nog een fijne avond en loop door. Baas en hond lijken op elkaar denk ik.

Dat is ook zo, die verrekte stickers en het zijn er veel:
De alom bekende nee/nee of nee/ja-sticker; een gezellige Loesje-sticker die laat weten dat de bewoner niets wil hebben omdat hij alles al heeft; een sticker met daarop ‘geen colportage’ of ‘geen verkopers, wel collectanten’  en voor mij van belang de sticker die kortweg zegt: ‘geen collectanten.’
Afhankelijk van mijn stemming doe ik er wat mee. Soms negeer ik ze bewust. Laat ze in ieder geval maar de moeite nemen om de deur open te doen, denk ik venijnig. Het voelt te lullig om afgewezen te worden door middel van een stickertje.

Anders is het bij zijn buurman die hoestend en proestend zijn deur opent en met benepen stem zegt: ‘Oh gelukkig, het longfonds, ik kan wel wat hulp gebruiken!’
Grijnzend stel ik hem teleur ‘Het spijt me meneer, op zo’n korte termijn kunnen wij niets voor u doen, maar we doen wel onderzoek.’
Waarop de man zijn shirt omhoog doet.                
Volgende week collecteer ik voor de MaagLeverDarm-stichting......ik houd mijn hart vast.