donderdag 28 augustus 2014

De weemoed is vroeg dit jaar





De dag dat de meteorologische herfst begint is mijn geboortedag en daarmee één om te vieren maar ook één van weemoedigheid.
Wanneer koude lucht mijn longen prikkelt, de kruisspin zijn volwassenheid toont, het blad aan de bomen van kleur verschiet, de eerste paddenstoel aan zijn opruimwerk is begonnen, troost ik me elke dag met het feit dat zij er nog zijn.
Maar weldra zullen ook de zwaluwen vertrekken. Richting het
zuiden, mij hier achterlatend.
Even stemt het mij weemoedig, elk jaar weer, even maar…
dan denk ik aan; stamppotten; erwtensoep; een nieuw theaterseizoen; cursussen die weer beginnen; lekker warm met een boek op de bank terwijl buiten de tuinvogels vechten om een vetbol; DWDD én een nieuw seizoen Flikken Maastricht.
Oh ja! en niet vergeten, mijn winterjas………..die moet naar de stomer.

dinsdag 12 augustus 2014

Marktwerking



Met de wind in de haren lopen we vanaf de haven op Ameland naar onze gehuurde vakantiewoning, een commandeurswoning uit 1754.  We hebben net de kinderen uitgezwaaid die na een logeerweekend weer naar vaste wal zijn vertrokken. School begint morgen weer! Terug in ons tijdelijke maar oh zo leuke onderkomen voor deze week, zien we onder de tafel twee knalroze gympen liggen. ‘Ja hoor, natuurlijk! De schoenen van Britt, zijn ze vergeten!’

‘Wat een sufferds, ik zal ze even bellen’ roep ik terwijl ik mijn telefoon pak. Maar ik bedenk me en in plaats van bellen besluit ik een fotootje te maken. De zuurstokroze schoentjes tegen een achtergrond  van antiek blauwe tegeltjes boven op de oude schouw leveren een decoratief plaatje op. Samen met de begeleidende tekst; ‘De schoenen van Britt blijven nog een weekje op vakantie!’ hoop ik dat het signaal duidelijk is wanneer ik het op facebook post.

De rest van de week draag ik de roze stappers in een rugzakje met me mee en fotografeer ze op al mogelijke plekjes. Elke dag komt Britt vanuit school naar huis gerend, benieuwd waar haar schoenen die dag weer zijn geweest. Geweldig vindt ze het en haar vriendinnen ook.  Heel groep 3 geniet mee met de avonturen van Britt’s schoenen. Mij daagt het uit om de gympen op steeds gekkere plekjes neer te zetten. De gêne voor mijn afwijkend gedrag laat ik al snel varen. Sterker nog het gedoe met die foto’s voegt een extra dimensie aan mijn vakantie toe. Dit ga ik vaker doen!

Voor mijn volgend reisje besluit ik pumps aan te schaffen. Lekker ordinair en niet duur is de voorwaarde. Op de Dappermarkt in Amsterdam sla ik mijn slag. Knalrood, spotgoedkoop en met onmogelijke hakken, totaal ongeschikt voor een wandelvakantie.
‘Welke maat mot het zijn?’ vraagt de marktkoopman
‘Maakt niet uit doet u mij de kleinste maar, die wegen het minst’ antwoord ik. Als betrokken provinciaaltje verwacht ik een reactie van de man maar zonder een spier te vertrekken pakt de man maatje zevenendertig voor me. ‘Doosje mee?’ vraagt hij nog terwijl hij alweer bezig is zijn handel aan de man te brengen. Wat kan het hem schelen?
‘Nee, zonder doos graag’ terwijl ik het plastic tasje met de rode schoentjes van hem aanneem. Thuisgekomen , leg ik mijn nieuwe aanwinst in de kast waar ze nog een tijdje moeten blijven om uiteindelijk een half jaar later in Normandië te belanden.

Op de laatste dag van onze vakantie gaan we naar de markt. In Frankrijk hoort dat er nu eenmaal bij wat mij betreft, bovendien is het een mooie gelegenheid om voor ‘mijn’ schoentjes  een eigenaresse te zoeken die ze gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn. In mijn beste Frans schrijf ik met een dikke stift op stevig karton dat de schoenen gratis zijn, veel gezien hebben, maar nog nooit gedragen zijn.  Tegenover een café dat uitkijkt op de markt leg ik het karton op de grond, zet de schoenen er bovenop en nemen we plaats op het terras. We bestellen een café au lait en gaan er eens goed voor zitten. 
Nadat verschillende mensen de schoenen zijn gepasseerd zonder ze een blik waardig te gunnen, blijft een man staan. Hij leest het briefje, trekt zijn wenkbrauwen op en loopt door. Kennelijk wekt dit de nieuwsgierigheid van velen, want opeens wordt het druk bij de schoenen. Het meisje van de bloemenkraam, een slanke Française  houdt de beweging rondom de schoenen nauwlettend in de gaten. Ze wil ze hebben, daar zijn we van overtuigd. Ze blijft maar om de schoenen heen dralen. Nog een keer leest ze het briefje, dit keer met een oudere dame. Ze overleggen wat. Het meisje kijkt om zich heen, ziet ons, schrikt en loopt weer terug.  Eventjes maar, want tien tellen later staat ze er weer en met de vastberadenheid van een roofdier met zijn prooi in het vizier houdt ze de schoenen in de gaten. Dan, als door een wesp gestoken komt ze naar ons toe. Of de schoenen echt gratis zijn vraagt ze. Wanneer wij dat bevestigend beantwoorden  en zeggen dat ze  ‘gratuit et pour vous’ zijn, durft ze ze te pakken. Trots poseert ze voor de camera.

Ik laat haar de foto’s zien van haar schoenen bij de zee, op de kademuur bij Etretat. Naast een parapluutje of hangend uit een getralied raam na een verregende dag alsof ze willen zeggen ‘dit zijn geen schoenen voor binnen.’ Op een terras, glurend onder een badhokje, achteloos achtergelaten in een maïsveld door een eigenaresse met ondeugende plannen, wandelend over een zebrapad, uitgeschopt bij een boottrailer met kanos alsof de draagster ervan is gaan varen en voor de poort van een château.  

Misschien verklaart ze me voor gek, net als een deel van mijn reisgezelschap toen zij niet met de rode pumps op de foto wilden. ‘Uh nee, niet met die schoenen, dat is jouw dingetje.’ Maar een feit is dat de pumps iets toegevoegd hebben aan onze reis.

Op de laatste foto prijken de rode schoentjes aan de voeten van de onze lieftallige Française en ineens zijn ze niet meer ordinair.

Alsof ze voor haar gemaakt zijn.