woensdag 11 mei 2011

Intercity naar Groningen

In de trein, maar eigenlijk in elk openbare ruimte, hoor je nog eens wat. Veel meer dan me lief is.
Vorige week was ik er getuige van dat telefonisch een relatie werd verbroken. Zonder enige gêne worden de pijnlijke relatieproblemen uitvoerig besproken. De nadruk ligt hierbij natuurlijk op de negatieve karaktereigenschappen van de vriendin aan de andere kant van de lijn. Haar bijna ex vriendje zit onderuit gezakt  met zijn voeten op de bank. Een petje hangt half over zijn oren. Net niet ver genoeg om de reacties van zijn medepassagiers te kunnen blijven volgen. Onduidelijk is of het ettertje meer geniet van het feit dat hij vriendin publiekelijk kleineert of van het uitdagen van zijn medepassagiers. Stoïcijns blijf ik naar buiten kijken. In de spiegeling van het raam zie ik hem zitten. Ik heb me erbij neergelegd dat zijn relaas niet valt te negeren, maar inwendig zit  ik me op te vreten. Ik wil helemaal niet te weten wat vriendinnetje wel of niet lekker doet.  De feminist in mij heeft het moeilijk. Natuurlijk heb ik allang partij getrokken voor het vriendinnetje en het liefst ruk het mobieltje uit zijn hand. Intussen hoop ik dat mijn telepathische aanmoedigingen haar sterk genoeg maakt om dit klootzakje  met genoegen te dumpen. Gelukkig zal ik er niet achter komen. Nadat mister Macho zijn gesprek heeft beëindigd, draait hij (zuchtend om zo veel dommigheid) een stevige joint. Kennelijk is hij van mening dat hij die heeft verdiend, de sukkel! Met plezier verlaat ik de trein.
Tijdens een andere reis krijg ik in detail de persoonlijke ervaringen te horen van iemand die achter mij zit. Hij had zelf baat gehad bij een psychoanalyse en adviseert het nu zijn gesprekspartner. Hij was van ver gekomen zegt hij , de voorbeelden spreken voor zich.  Mijn hemel moet ik dit echt allemaal aanhoren? Half achterom kijken met een geërgerde blik om hem op mijn aanwezigheid te attenderen, mocht niet baten. Lijpe Lowietje is alleen met zichzelf bezig. Toen ik eindelijk uit kon stappen was ik wel benieuwd welk gezicht bij al die ellende hoorde. Natuurlijk werden al mijn vooroordelen weer bevestigd. Hier zou Freud zijn handen vol aan gehad hebben.

Een luistervink tegen wil en dank!  Ik begrijp het niet. Waarom bespreek je, je privézorgen  in het bijzijn van Jan en alleman?
Echt gênant wordt het wanneer openlijk over derden wordt gesproken. Toen eens een goede vriend van mij over de tong ging, kon ik het niet laten mij in het gesprek te mengen. In de eerste plaats omdat ik niet wilde horen wat er gezegd werd en in de tweede plaats om de roddelaars niet verder in verlegenheid te brengen. Dat dit laatste hiermee juist gebeurde, constateerde ik met enig leedvermaak bij het zien van hun rode koontjes. Het misstond ze overigens niet. Blozende mannen zijn best aandoenlijk.

Maar het is niet altijd kommer en kwel. Soms valt er ook wat te lachen.   Zoals vandaag; in gedachten verzonken loop ik in de richting het perron  op het centraal station in Amersfoort. Naast mij hoor ik  een druk gekwebbel. Zo te zien moeder en dochter, beiden beladen met tassen. Kennelijk hebben de dames gewinkeld en zijn nu op weg naar huis. De jongste van de twee lijkt onzeker. Ze houdt de informatieborden, waarop vermeld staat dat de intercity naar Groningen vanaf Zwolle stopt op alle tussengelegen stations,  angstvallig in de gaten.

“Mam” vraagt ze, “ zou deze trein ook in Groningen stoppen?”

Gelukkig voor haar gaat er niets boven Groningen.