In de herensociëteit zitten twee mannen tegenover
elkaar op comfortabele Chesterfieldbanken. Naast hen brandt het haardvuur. Ze hebben zojuist een partijtje golf gespeeld.
De één drinkt een glas whisky, de ander cognac. Beiden roken een sigaar, een ‘Cohiba Esplendido.’
Hoewel er een aanzienlijk leeftijdsverschil is tussen de mannen, golfen ze
regelmatig samen. Louis, een vijftiger, is Chief Financial Officer (CFO) bij een
internationaal concern. Karel is eigenaar van een goedlopend familiebedrijf dat
al generaties lang in de familie is. Hij
is inmiddels de vijfenzestig gepasseerd. ‘Dat was een prima baan voor onze
handicap, kerel!’ zegt Karel terwijl hij
met een langzaam draaiende beweging van zijn hand zijn Hennessy op temperatuur
brengt. ‘Wat je zegt Karel, een uitstekende baan’ reageert Louis. ‘We hebben een
mooie partij gespeeld. Met recht, eentje die stemt tot tevredenheid’ vervolgt Karel met een donkere blik. Louis
kijkt zijn golfvriend onderzoekend aan.‘Zo tevreden kijk je anders niet, zorgen?’
Karel mompelt wat, haalt zijn schouders op en zegt ‘Ach Louis, ik kan het jou
wel vertellen. Ik maak me zorgen, grote zorgen over mijn bedrijf en het
familiekapitaal. Gezien mijn leeftijd zou ik de zeggenschap over het bedrijf
aan mijn zoons over moeten dragen, maar ik vertrouw ze het niet toe.’ Het ontbreekt beiden aan enige vorm van verantwoordelijkheidsgevoel.
Ze leven er maar wat op los. Alsof het leven één groot feest is. En als ze niet
feesten zijn ze ziek. Ze leven vreselijk ongezond. En het is mijn eigen schuld’
verzucht Karel. ‘Vanaf hun geboorte hebben ze geleefd als prinsjes. Alles wat
ze wilden hebben, kregen ze. Ze hebben nergens iets voor hoeven doen. Ze
hoefden er zelfs niet om te vragen!’ zegt Karel met zachte stem terwijl hij op
het puntje van de bank zit. De ellebogen rustend op zijn knieën, zijn handen
wrijft hij onophoudelijk in elkaar. Het cognacglas staat onaangeroerd op tafel.
Zijn blik is op één punt in de haard gericht, de lichaamstaal van een vermoeide
man. Verbitterd voegt hij eraan toe. ‘En ze hebben de vrouwen gekregen die bij
dit type man past; mooi, dom en oppervlakkig! Ik kan mezelf wel voor de kop
slaan Louis. Wij hebben nagelaten er verantwoorde burgers van te maken. Waarom
heb ik dit niet eerder ingezien? Ik heb gefaald Louis!’ constateert Karel terwijl
hij zijn hoofd laat hangen. Louis, die aandachtig heeft geluisterd, neemt
peinzend een slok van zijn whisky. Kleinkinderen? vraagt hij analyserend alsof hij een plan aan het
bedenken is. Karel knikt ‘De oudste heeft twee dochters, één uit hetzelfde hout
gesneden als haar ouders, de ander is ambitieus. Ik zou willen dat haar vader
meer op zijn dochter leek.’ zegt Karel sarcastisch. ‘Mijn andere zoon heeft een
dochter en een zoon, Tom, een gevoelige jongen. De kinderen neem ik niets
kwalijk. Ze krijgen niet het goede voorbeeld en dat baart mij zorgen. Hoe krijg
ik ze weer in het gareel, Louis?’ ‘Je moet gaan managen Karel. Zie ze als je
medewerkers, je moet ze motiveren! Stuur op KPI’s!’ ‘KPI’s,wat is dat? Weer zo’n modern
managementinstrument zeker?’ vraagt Karel argwanend.‘Key Performance Indicators of
in goed Nederlands Kritieke Prestatie
Indicatoren. Luister! In de top van de organisatie stel je een doel om je
de komende periode op te focussen. Voor elke medewerker geldt een afgeleid doel.
Op die manier is iedereen binnen de organisatie bezig de afgesproken doelen te
behalen, ieder op zijn niveau en binnen zijn bereik. Om de motivatie te
bevorderen, koppel je er een bonus aan vast. Hoe hoger in de organisatie, hoe
groter de verantwoordelijkheid, hoe hoger de bonus. Met regelmaat bespreek je
de vorderingen in bilaterale gesprekken met de mensen die je aanstuurt. En voor
de duidelijkheid, communicatie gaat alleen verticale lijn. Onderling gezeik
moet je niet hebben. Medewerkers moeten elkaars concurrenten worden. Er moet
een wedstrijdelement inzitten, daar gaan ze hard van lopen. In jouw geval kun
je ‘Gezond leven’ als doelstelling nemen. De zoon die met zijn gezin op het afgesproken tijdstip het meest gezond
leeft, het meest is afgevallen, de beste conditie heeeft enz. enz. geef je een
wereldreis cadeau. Je zoons moeten op hun beurt, de kinderen weer motiveren
door een doel en bonus af te spreken wat op hun niveau ligt, een nieuwe auto
bijvoorbeeld. Geloof me kerel, het gaat werken! En denk erom, afspraken
moeten wel SMART zijn. Specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en
tijdgebonden.’ Tjonge man, een wereldreis cadeau geven. Alsof ze al niet genoeg
hebben gehad?’ sputtert Karel tegen. ‘Zie het als investering! oppert Louis
‘Bovendien, het schenkingsrecht staat toe dat je eenmalig een bedrag van
vijfentwintigduizend belastingvrij mag schenken, dus who cares? Ze hadden het
anders ook gekregen waarschijnlijk. Nu moeten ze er iets voor doen, dat is het
verschil. Het resultaat is wel dat ze er beiden voor willen gaan.’ Triomfantelijk wenkt Louis de ober. ‘Hetzelfde alstublieft’ en met een spontaan elan
voegt Karel er aan toe dat hij ook bitterballen mee moet nemen. ’Verdomd Louis,
dit kon het weleens zijn!’ ervan overtuigd dat toekomstig onheil afgewenteld
is, ontspant Karel. Langzaam leunt hij achterover.
Een maand later treffen de twee vrienden
elkaar opnieuw. ‘En, hoe is het gegaan? Heb je goeie afspraken kunnen maken?’ vraagt
Louis. ‘Man het overtreft mijn verwachtingen!’ antwoordt Karel terwijl hij
Louis vriendschappelijk op zijn schouder
slaat ‘ Afspraken? Wat heet?! Ze zijn razend enthousiast, ze gaan
fietsen, hardlopen, zwemmen, én gezonder leven. Nou ja, of het echt gezond is,
kun je, je afvragen, maar zij geloven erin. Mijn schoondochters slaan helemaal
door. Superfoods! Ze eten gojibessen,
cacaobonen, hennepzaad, tarwegras, bessen, knoflook en vette vis. Die meiden
laten zich ook echt van alles wijsmaken. Maar ach, ze zijn in ieder geval met
hun gezondheid bezig in plaats van feestvieren. Als ze dan straks gaan fluiten
van al dat vogelvoer zal dat mij een zorg zijn’. zegt Karel met pretlichtjes in
zijn ogen. ‘Ja, en voordat je me onderbreekt, de afspraken zijn SMART! Maandelijks
evalueer ik de resultaten met mijn zoons en zij hebben op hun beurt bilateraaltjes
met hun vrouwen en kinderen. Over een halfjaar hebben we een tussenevaluatie.
Wie dan het best scoort, mag een lang weekend met gezin naar Parijs. Tjonge,
wie had dat gedacht, mijn oudste zoon die traint voor de marathon en de andere
wil de top van Mount Ventoux fietsend bereiken. Ik zie de toekomst weer met vertrouwen tegemoet. Zullen we nu een balletje slaan Louis? stelt
Karel voor. ‘Ik moet natuurlijk ook wel iets aan sport doen.’ Met een
veerkrachtige tred lopen de mannen met hun golfclubs de baan op.
Een halfjaar
later treffen de beide mannen elkaar in de herensociëteit. Karel doet verslag
van de tussenevaluatie. Zijn oudste zoon is met zijn gezin in Parijs. ‘Je
oudste zoon heeft dus het best gescoord? Kan het gezin van je jongste zoon de
competitie aan?’ informeert Louis ‘want het is natuurlijk wel de bedoeling dat
beide gezinnen blijven presteren’ voegt hij eraan toe. ‘Het is vooral mijn
kleindochter die de boel aanjaagt’. zegt Karel ‘Die is zo ambitieus, die wil
winnen! Het gezin van mijn jongste zoon, loopt weliswaar een beetje achter,
maar ze doen het goed hoor. Ze zijn volop in training. Mijn schoondochter presteert goed op de tennisbaan, mijn
kleindochter slaat ook een aardig balletje en tussendoor zijn ze te vinden in
de sportschool. Mijn zoon is aan het fietsen. Ja en fanatiek hoor. Het feesten
is definitief voorbij, daar hebben ze geen tijd meer voor. Ze hebben nergens
tijd voor. Onlangs was mijn echtgenote jarig, ze zijn amper een uurtje geweest.
Toen moesten ze alweer weg. Mijn zoon moest fietsen en mijn schoondochter had
een wedstrijd.’ ‘En je kleinzoon, wat doet die?’ wil Louis weten. ‘Oh Tom! Tja,
nu je het zegt, dat weet ik eigenlijk niet. Ach Tom, die is altijd zo in
zichzelf gekeerd, die hoor je niet.’ ‘Wanneer is de eindevaluatie?’ vraagt
Louis. ‘Eerste kerstdag! We gaan er iets speciaals van maken. Een gezamenlijk
kerstdiner en een feestelijke uitreiking van de cheque voor de wereldreis. En
niet te vergeten, afspraken voor nieuwe doelen voor het komende jaar. Nu
trakteer ik je op een borrel kerel, want ik ben je er één verschuldigd. Een whisky
en een cognac ober en doe er meteen die bitterballen bij.’
Drie maanden
later gaat het mis. Tom -verloren geraakt in de prestatiedrang van zijn
familie- zit flink in de problemen. Drugsverslaafd, diefstal en enorme gokschulden! Zijn nieuwe ‘vrienden’ zijn op de hoogte van
zijn illegale handel én van het feit dat hij een telg is uit een welgestelde
familie. Sinds een halfjaar wordt Tom gechanteerd. Zijn wanhooppogingen om de problemen met zijn
ouders te bespreken zijn telkens op niets uitgelopen. Geen tijd, te druk! Te
druk met sporten, sinaasappels persen, noten kraken, eten van bessen en vogelzaad,
Te druk met scoren!
Grootvader,
als patriarch van de familie biedt hulp, hij kan de schande niet verdragen. De
schande dat zijn goede naam, de naam van het familiebedrijf te grabbel wordt
gegooid. In verband wordt gebracht met criminaliteit nota bene. Hij betaalt de
gokschulden van zijn kleinzoon, de kosten van de behandeling in het
particuliere afkickcentrum en de geleden schade van de gedupeerden. Maar het
kwaad is geschied. Klanten keren het bedrijf de rug toe. Het
ooit zo gerenommeerde bedrijf staat op de rand van de afgrond.